De cisterciënzer monniken van de trappistenabdij Sion hebben vergevorderde plannen om te verhuizen naar Schiermonnikoog.
De Cisterciënzer monniken zien het vertrek uit abdij Sion als enige optie om hun orde voort te zetten. Dat meldt het Vlaams-Nederlandse monastieke tijdschrift De Kovel. Als nieuwe vestiging komt Schiermonnikoog in beeld, het Waddeneiland dat naar de cisterciënzers is vernoemd. Schiermonnikoog is naar de cisterciënzer monniken genoemd. Deze monniken dragen namelijk een grijze (schiere) pij. Oog is een in onbruik geraakt woord voor eiland, zodat Schiermonnikoog letterlijk ‘eiland van de grijze monnik’ betekent.
Abdij Sion, vooraanzicht
De orde heeft enkele locaties op het oog waar een nieuwe, kleine leefgemeenschap kan worden opgericht. In het enorme complex in Diepenveen wonen nog 12 mannen. Er is volgens Bruschke plaats voor ruim honderd kloosterlingen. ‘Dat aantal gaan we nooit meer halen. En als we de gebouwen gaan delen met andere gebruikers, is het geen klooster meer. Dit complex is niet meer geschikt voor een nieuwe generatie, die in alle eenvoud als monnik binnen kloostermuren wil leven.’
Om te voorkomen dat het cisterciënzer monnikenideaal ‘uitsterft’, hebben de Diepenveense trappisten besloten te gaan verhuizen, nu ze nog in staat zijn een nieuwe gemeenschap van de grond te tillen. Wanneer de verhuizing precies zal zijn, is nog niet bekend.
